GEBAR - vertaling in Nederlands

baarde
gebären
bereiten
machen
bekommen
anlass
zur welt bringen
barren
die geburt
beunruhigen
beviel
gefallen
gebären
mögen
bekommen
geburt
entbunden
wehen
baby
missfallen
genehm sind
geboren
geburt
geborene
zur welt
hineingeboren
geboorte
geburt
entbindung
geburtsstunde
geboren wurde
bevallen
gefallen
gebären
mögen
bekommen
geburt
entbunden
wehen
baby
missfallen
genehm sind
gebaard
gebären
bereiten
machen
bekommen
anlass
zur welt bringen
barren
die geburt
beunruhigen
de baarde

Voorbeelden van het gebruik van Gebar in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Letzte Geschichte, einige Jahre her, gebar eine Freundin von mir ein Kind.
Laatste verhaalt, een paar jaar geleden beviel een vriendin van me.
Gebar ein Funken purer Energie Raum und Zeit.
Een spikkel pure energie gaf geboorte aan ruimte en tijd.
Den Maächtigsten aller Daämonen. Und die Finsternis gebar Zaal.
Uit die duisternis werd de demon Zaal geboren.
Gaea allein gebar Uranus(der Himmel),
Gaea alleen bevallen van Uranus(de hemel),
Ich liebe Sport und bin Ihre Traumleihmutter, weil ich bereits neun gesunde Babys gebar.
Neem mij, ik heb al negen gezonde kinderen gebaard.
Sie gebar mir einen Sohn, Hakon Hakonsson.
Ze baarde mijn zoon, Haakon Haakonsson.
Vielleicht aus Dankbarkeit gebar sie ihm 16 Kinder.
Wellicht uit dankbaarheid schonk zij hem 16 kinderen.
ich schon Kühe melkte Meine Mutter gebar den Hand-Jive.
ik een koe molk Mijn ma beviel van de jive.
sie Medina erreichten sie gebar einen Jungen.
ze Medina bereikten zij bevallen van een jongetje.
Sie gebar ein Kalb mit zwei Köpfen.
Ze baarde een tweekoppig kalf, met één kalfskop en één mensenhoofd.
Sie gebar ihm viele Kinder, aber keine Söhne.
Ze schonk hem vele kinderen, maar geen zonen.
Der Tag, an dem ich gebar.
De dag dat ik beviel.
der beste der Tage seit Ihre Mutter gebar euch.
de beste dagen sinds je moeder bevallen van jou.
Meine Mutter starb, als sie mich gebar.
Mijn moeder stierf terwijl ze mij baarde.
Eleventh: Gefühl unglücklich, weil seine Frau gebar eine Tochter.
Elfde: Feeling ongelukkig omdat zijn vrouw bevallen van een dochter.
Juda war aber zu Kesib, als sie ihn gebar.
Doch hijwas te Chezib, toen zij hem baarde.
Sie hat es nicht geschafft und gebar im Taxi.
Ze haalde het niet en moest in de taxi bevallen.
Maria gebar ihm buchstäblich.
Mary baarde hem letterlijk.
Und sie wurde seine Frau und gebar ihm einen Sohn.
Zij werd hem tot vrouw en baarde hem een zoon.
Also ward Bilha schwanger und gebar Jakob einen Sohn.
En Bilha werd zwanger, en baarde Jakob een zoon.
Uitslagen: 224, Tijd: 0.0602

Top woordenboek queries

Duits - Nederlands