KNUDDELN - vertaling in Nederlands

• knuffelen
• een knuffel
• omhelzing

Voorbeelden van het gebruik van Knuddeln in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Willst du ihn nicht einfach knuddeln?
Wil je hem niet gewoon knuffelen?

Sonst knuddeln sie dich noch zu Tode.
Straks knuffelt hij je dood.

Oh Gott, du brichst mir gleich den Hals. Knuddeln.
Knuffel. Goeie genade, je breekt m'n nek.

Babys knuddeln und so was.
Om baby's te kussen en zo.

Mutter.- Bestrafung.- Kätzchen.- Verbrechen. Rache.- Knuddeln.
Wraak.- Straf.- Knuffel.- Kitten. Misdaad. Moeder.

Knuddeln hilft Engel nicht.
Engel vertroetelen helpt haar niet.

Geht's dir gut? Knuddeln?
Knuffel? Gaat het wel met je?

Mutter.- Bestrafung.- Kätzchen.- Verbrechen. Rache.- Knuddeln.
Wraak.- Knuffel.- Kitten. Misdaad. Moeder.- Straf.

Mutter.- Bestrafung.- Kätzchen.- Verbrechen. Rache.- Knuddeln.
Knuffel. Wraak.- Kitten. Moeder. Misdaad.- Straf.

Knuddeln und Küsse.
Knuffels en kusjes.

Wir haben für dich etwas zum Knuddeln gefunden.
We hebben iemand voor je gevonden om mee te knuffelen.

Ich würd dich jetzt so gern knuddeln.
Ik zou je zo willen slaan.

Darf ich ihn knuddeln?
Mag ik hem kussen?

Darf ich dich knuddeln?
Kan ik je een knuffel geven?

Vince wird auch dort sein. Knuddeln.
Vince zal er ook zijn. Knuffel.

Ich könnte sie knuddeln.
Ik zou je willen knijpen.

Nicht heute Abend. Ich muss meine Babys knuddeln.
Niet vanavond. Ik moet mijn meisjes gaan knuffelen.

Muss ich jetzt zu dir kommen und dich knuddeln?
Moet ik naar je toe komen om je te omhelzen?

meine Kindheit bestand nur aus Lollis und Knuddeln.
m'n leven bestond uit lolly's en knuffels.

Und dann kommt noch das Knuddeln.
En dan heb je nog, het naspel.