LEBHAFT - vertaling in Nederlands

• levendig
• levenslustig
• geanimeerd
• levendige
• kwiek

Voorbeelden van het gebruik van Lebhaft in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

An8}Die Erinnerungen sind lebhaft, als wäre es gestern passiert.
An8}De herinneringen zijn levendig, alsof het gisteren was.

Sie war offen und lebhaft.
Ze was extravert en levendig.

Ihre Worte sind so lebhaft auf dem Papier….
Je woorden zijn zo levendig op papier.

Er ist so lebhaft und liebenswert.
Hij is zo levendig en aardig.

Die Akustik wird sehr lebhaft sein.
De akoestiek zal levendig zijn.

Deine Mutter war so lebhaft, so voller Freude.
Je moeder… Je moeder was zo levendig, zo vreugdevol.

Sie ist etwas lebhaft, aber sehr nett.
Ze is wat opvliegend, maar heel aardig.

Ein wenig lebhaft über den Azoren.
Een beetje onrustig boven de Azoren.

Ich hatte unlängst Gelegenheit, mit dem Ausschuß für Umweltfragen, Volksgesundheit und Verbraucherschutz lebhaft darüber zu diskutieren.
Ik heb hierover een zeer levendige discussie gevoerd in de milieucommissie.

Ihr Charakter ist sehr lebhaft, und sie handelt meist, bevor sie überlegt.
Ze is nogal een warhoofd, en handelt vaak zonder na te denken.

Dann werden Sie in der Lage sein, lebhaft und hilfreich Kopie zu schreiben.
Dan zul je in staat zijn om de levendige en behulpzaam kopie te schrijven.

Süß, lebhaft und voller Spaß- lernen Sie Elsie Shi kennen.
Zoet, springerig en vol levenslust- laten we kennis maken met Elsie Shi.

Als visueller Schmuck, und lebhaft Element, hat in seiner Front einem Duett von Tänzerinnen.
Ter versiering en als speels element heeft het een danspaartje op het front.

eine Mischung aus lebhaft, traditionellem Arbeiterklassengebiet
een mix tussen levendige, traditionele arbeiderswijken

Temperament: Sehr lebhaft Lebenserwartung: 13-15 Jahre.
Energieniveau: zeer energiek Levensduur: 13-15 jaar.

Nun gut, dann freundlich und lebhaft.
Blijmoedig en energiek. Goed dan.

Er ist jung, lebhaft und kennt Hud.
Jong, snel en hij kent Hud.

Klug, lebhaft, witzig.
Slim, energiek, grappig.

Es war lebhaft. Das glaube ich nicht.
Het was rumoerig. Ik geloof het niet.

Meine Playlist war zu lebhaft, mir wurde schwindelig
De muziek was te snel, ik werd duizelig