STUMM - vertaling in Nederlands

• stom
• stil
• doofstom
• dom
• zwijgen
• dempen
• geluid
• stumm
• op mute
• stille
• zwijgend
• zwijgt
• gedempt

Voorbeelden van het gebruik van Stumm in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Ich bin nicht stumm.
Ik ben niet doofstom.

Laimböck war ein Handschuhhändler aus Stumm im Zillertal Tirol, Österreich.
Josef was een handschoenenhandelaar afkomstig uit het Stumm Zillertal- Tirol, Oostenrijk.

Das"G" ist stumm.
De"g" is stil.

Die Frau ist stumm.
De vrouw is stom.

Bis du nicht heiratest, werde ich stumm wie ein Fisch sein!
Zolang je niet getrouwd bent blijf ik zwijgen als het graf!

Irgendwas mit Nummern und mit stumm geradeaus gucken? Busfahrer.
Iets met nummers en dom voor je uit kijken. Buschauffeur.

sein Sohn ist stumm.
zijn zoon is doofstom.

Österreich und in aller Munde: Stumm.
oostenrijk en in alle monden: Stumm.

Das Telefon war auf stumm.
Mijn telefoon stond op stil.

Und mein Handy war auch… kurz vorm Ende. Mein Handy war stumm und.
En mijn telefoon was ook stuk. Mijn geluid stond uit en.

Meine Mandantin ist stumm.
Mijn cliënt is stom.

Kann ich dich stumm aufnehmen?
Mag ik je opnemen op mute?

Doch die Stimmen der Unzufriedenheit sind nicht länger stumm.
Maar de stemmen van ontevredenheid zijn niet langer zwijgen.

Aber sie sind nicht stumm.
Maar ze zijn niet dom. Er wordt gekletst.

Sie ist stumm.
Zij is doofstom.

Ich stelle die Frau auf Stumm.
Ik zet die vrouw op stil.

Nein, ich bin nicht stumm.
Nee, ik ben niet stom.

Nein, nein, die sind alle stumm.
Nee, ze zijn allemaal zonder geluid.

Sie sind stumm.
U staat op mute.

Nicht stumm.
Geen stille.