TRAUE - vertaling in Nederlands

• vertrouw
• geloof
• durf
• kan
• vertrouwen
• vertrouwde
• vertrouwd

Voorbeelden van het gebruik van Traue in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Ich traue ihm nicht.
Ik geloof hem niet.

Traue ich nicht. Diesen Theaterfritzen.
Ik vertrouw die theaterlui niet.

Der Bursche aus Montana, dem ich traue, kann Ihren Claim nicht prüfen.
Die man uit Montana die ik vertrouwde, kan uw concessie niet taxeren.

Ich traue der Polizei eher als den Räubern.
Als ik iemand moet vertrouwen, is het de politie.

Krankenhausessen traue ich nicht.
Ik heb het ziekenhuis eten nooit vertrouwd.

Sorry, dass ich mich in der Schule nie traue, mit dir zu reden.
Sorry, durf nog niet echt met je praten op school.

Ich traue meinen Augen nicht.- Freund!
Vriend. Ik kan mijn ogen nog niet geloven!

Jody, ich traue meinen Augen nicht.
Jody, ik geloof m'n ogen niet.

Trotzdem traue ich diesem Homer Simpson nicht.
Ik vertrouw die Homer Simpson niet.

Er hat gesagt, er traue mir nicht und dass seine Kinder nicht sicher seien.
Hij zei dat hij me niet vertrouwde en dat zijn kinderen niet veilig waren.

Aber ich traue dir und uns, weil ich es verstehe.
Maar ik heb vertrouwen in jou, in ons, omdat ik het begrijp.

Ich traue ihm nicht.
Ik heb hem nooit vertrouwd.

Ich traue meinen eigenen Ohren nicht.
Ik kan mijn oren niet geloven.

Ich traue mich zu sagen, wen ich liebe.
Ik durf te zeggen wie ik leuk vind.

Ich traue dir nicht.
Ik geloof je niet meer.

Beides. Ich traue Ihnen nicht.
Ik vertrouw u niet. Beide.

Da ich Asahi Industrial kein Stück über den Weg traue.
Ik vertrouwde de reactie van Asahi Industries niet.

Ich traue nie wieder einem sprechenden Pferd.
Ik zal nooit meer een sprekend paard vertrouwen.

Ich traue der Aarke hier eh nicht.
Ik heb dat grijze spul nooit vertrouwd.

Ich traue mich zu sagen, dass wir gerade Liebe machten.
Ik durf te zeggen dat we de liefde hebben bedreven.