AILS YOU - vertaling in Nederlands

• je mankeert
• scheelt u
• je dwars zit
• scheelt je
• mis met je
• je opvreet
• je kwaal
• is er met jullie
• hebt gij

Voorbeelden van het gebruik van Ails you in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

What ails you then, how you judge?
Wat is er met jullie? Hoe oordelen jullie?.

The king said to her, What ails you?
Verder vroeg de koning haar: Wat hebt gij?

Jim, what ails you, exactly?
Jim, wat mankeert je precies?

What ails you, doll?
Wat mankeer je, liefje?

What ails you,?
Wat mankeert je?

What ails you now?
Wat mankeert je nu dan?

What ails you, Mather?
Wat zit je dwars, Mather?

What ails you, my friend?
Wat zit je dwars, mijn vriend?

What ails you? Degenerate.
Wat zit je dwars? Ontaarde.

My son, what ails you?
Mijn zoon, wat mankeert je?

I have something for what ails you.
Ik heb iets voor je kwalen.

What in the hell ails you?
Wat scheelt je in vredesnaam?

What ails you, my son?
Wat scheelt je, zoon?

What ails you?
Wat mankeert u?

What ails you, boy?
Wat scheelt je, jongen?

What ails you, Mr. Hastings?
Wat mankeert u, Mister Hastings?

What ails you?
Wat scheelt er met jou?

I can fix whatever ails you.
Ik kan je problemen oplossen.

What ails you, Starbuck?
Wat scheeIt u, Starbuck?

Tell me. What ails you?
Waar heb je last van? Vertel?