IRRESPONSIBLE - vertaling in Nederlands

[ˌiri'spɒnsəbl]
[ˌiri'spɒnsəbl]
onverantwoordelijk
irresponsible
irresponsibly
unaccountable
onverantwoord
irresponsible
irresponsibly
reckless
unjustifiable
indefensible
unjustifiably
irresponsibility
unconscible
onverantwoordelijke
irresponsible
irresponsibly
unaccountable
onverantwoordelijker
irresponsible
irresponsibly
unaccountable
onverantwoordelijkste
irresponsible
irresponsibly
unaccountable

Voorbeelden van het gebruik van Irresponsible in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
It's irresponsible to send my son-in-law with McLane.
Het is onverantwoord om te verzenden mijn schoonzoon met McLane.
Oh, so now I'm irresponsible.
Oh, dus nu ben ik onverantwoordelijk.
You journalists and your irresponsible reporting.
Jullie journalisten en jullie onverantwoordelijke manier van verslaggeven.
This is dangerous and irresponsible.
Dit is gevaarlijk en onverantwoord.
he's not irresponsible.
hij is niet onverantwoordelijk.
Tell mr. Jane he's a mean, irresponsible sadist.
Zeg tegen Mr. Jane dat hij een gemene, onverantwoordelijke sadist is.
That's real irresponsible, Vic.
Dat is echt onverantwoord, Vic.
What we cannot afford is to be irresponsible.
We kunnen het ons niet veroorloven onverantwoordelijk te zijn.
You coward! You irresponsible ruffian.
Lafaard. Onverantwoordelijke bruut.
There's a difference between being free-spirited and irresponsible.
Er is een verschil tussen vrijzinnigheid en onverantwoord zijn.
He's generous. He's irresponsible.
Maar hij is vrijgevig. Hij is onverantwoordelijk.
That you are a mean, irresponsible sadist.
Dat je een gemene, onverantwoordelijke sadist bent.
Maeve, I'm not terminally irresponsible.
Maeve, ik ben niet ongeneeslijk onverantwoord.
She's… She… She's unpredictable, irresponsible.
Ze is onvoorspelbaar, ze is onverantwoordelijk.
You irresponsible ruffian. You coward!
Lafaard. Onverantwoordelijke bruut!
Hello, I'm Bob. Irresponsible.
Hallo, ik ben Bob. Onverantwoord.
It was ignorant, and irresponsible, and small-minded.
Ik was onwetend… en onverantwoordelijk en kleingeestig.
A pair of irresponsible wankers.
Een paar onverantwoordelijke rukkers.
He's unreliable, irresponsible.
Hij is onbetrouwbaar, onverantwoordelijk.
This is irresponsible, Jean. Of course.
Natuurlijk. Dit is onverantwoord, Jean.
Uitslagen: 2282, Tijd: 0.0432

Top woordenboek queries

Engels - Nederlands