NEED TO TEST - vertaling in Nederlands

• moeten testen
• wilt testen
• moet testen
• hoef te testen
• nodig hebt om te testen

Voorbeelden van het gebruik van Need to test in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

I don't think I need to test for anything.
ik denk niet dat ik iets hoef te testen.

Today you are all invited to a new racing game in which you need to test and prove your driving skills in order to win the competition.
Vandaag bent u allen uitgenodigd om een nieuwe race game waarin je nodig hebt om te testen en te bewijzen uw rijvaardigheid in om de wedstrijd te winnen.

I don't think I need to test for anything.
ik denk niet dat ik iets hoef te testen.

However you need to test that the software that you are buying is actually worth your money.
Maar wat je nodig hebt om te testen of de software die u koopt is eigenlijk je geld waard.

As mentioned above: You need to test, test and test before getting a winning design.
Zoals eerder gezegd: Je moet testen, testen en testen voordat je een winnend design hebt.

If you need to test ISUZU CAN based truck with Euro4
Als u ISUZU moet testen KUNT gebaseerd met euro4 ruilen of euro5-de emissienorm,

Need to test the color of the colored nail Polish before its application?
Nodig voor het testen van de kleur van de gekleurde nagellak voor de toepassing?

for instance when you need to test the functionality of the computer keyboard,
zijn in bepaalde situaties, bijvoorbeeld wanneer u het nodig om het testen van de functionaliteit van het toetsenbord van de computer,

We needed to test to see if he would kill on command.
We moesten testen om te kijken of hij op commando zou moorden.

Media Molecule needs to test the game before release.
Media Molecule moet de game uittesten voor de release.

We let you out because I needed to test his loyalty.
We lieten je eruit omdat ik zijn loyaliteit moest testen.

Cause I needed to test your loyalties, see if we can really trust you or not.
Omdat ik je loyaliteit wil testen, kijken of je echt te vertrouwen bent.

We need to test everything.
We moeten alles testen.

I need to test myself.
Ik moet mezelf testen.

We need to test them.
We moeten ze testen.

I need to test it.
Ik moet 'm testen.

We need to test it.
We moeten het testen.

We need to test it.
We moeten 't testen.

We need to test them individually.
Moeten we ze individueel testen.

And I need to test it.
En ik moet het testen.