NICE - vertaling in Nederlands

• mooi
• leuk
• aardig
• fijn
• nice
• goed
• lekker
• lief
• prettig
• vriendelijk
• gezellig
• aangenaam
• van nice
• heerlijk
• fraaie

Voorbeelden van het gebruik van Nice in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

Nice driving. This ain't my first rodeo.
Lekker gereden.- Dit is niet mijn eerste rodeo.

Henry, Lucy. Nice to meet you, Tom.
Henry, Lucy. Leuk je te ontmoeten, Tom.

Yeah, yay!- That would be nice.
Dat zou fijn zijn. Ja, Yay.

Nice shot. Charlie Six, Charlie Three.
Mooi schot. Charlie Six, Charlie Three.

But you is nice, Mr. Will.
Maar u bent aardig, Mr Will.

We get to a bar.- Nice Guy.
Nice Guy. We gingen naar een bar.

Okay, Leon. Nice working with you.
Prettig om met je te werken. OK, Leon.

You're nice, but I can't do this.
Je bent lief, maar ik kan 't niet.

Nice try, Vanessa. Red leather.
Goed geprobeerd, Vanessa. Rood leer.

I know it's nice, but no.
Ik weet dat 't lekker is, maar nee.

Henry, Lucy. Nice to meet you, Tom.
Leuk je te ontmoeten, Tom. Henry, Lucy.

Tom… Smith. Nice to meet you, Tom.
Tom Smith. Fijn je te ontmoeten, Tom.

Charlie Six, Charlie Three. Nice shot.
Mooi schot. Charlie Six, Charlie Three.

No, we're from Nice.
Nee, we komen uit Nice.

Yeah, some of us are nice.
Ja, sommigen van ons zijn aardig.

Sometimes it's nice just being close.
Soms is het gewoon prettig om dicht bij elkaar te zijn.

I hope I was nice to him. Last night.
Ik hoop dat ik vriendelijk was tegen hem. Laatste nacht.

Professor Airota! How nice to see you.
Professor Airota, wat goed om u te zien.

Be nice to her. The father.
Wees lief voor haar.-De vader.

Tom. Nice to meet you. Jenny.
Jenny. Leuk u te ontmoeten.- Tom.