PROF - vertaling in Nederlands

leraar
professeur
prof
enseignant
maître
instituteur
instructeur
éducateur
tuteur
maitre
prof
professeur
professionnel
pro
pr
scholarships
lerares
professeur
prof
enseignant
institutrice
maîtresse
maiti
instit
enseigné
professor
professeur
prof
pr
docent
professeur
enseignant
prof
conférencier
instructeur
tuteur
chargé de cours
formateur
éducateur
leerkracht
enseignant
professeur
prof
juf
prof
madame
professeur
maîtresse
mlle
l'institutrice
onderwijzeres
professeur
institutrice
enseignante
maîtresse
prof
instit
muziekleraar
professeur de musique
prof
maître de musique

Voorbeelden van het gebruik van Prof in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
Ma plus belle prof, c'était Mme Graulick. Hm.
Mijn mooiste leerkracht was juffrouw Graulick.
En tant que responsable, je ne peux pas les laisser sans prof.
Ze mogen niet zonder docent komen te zitten.
Levrette lesson à partir de prof.
Op zijn hondjes les van onderwijzeres.
C'était ma prof au secondaire.
Zij was mijn juf in groep zes.
Tu n'as aucune classe et tu es une prof lamentable!
Je hebt geen enkele klasse en je bent een slechte leerkracht.
Un gamin était venu à l'école avec un couteau. Il a tué son prof.
Een jongen kwam op school met een mes en vermoordde z'n docent.
Tu ne peux pas passer pour un prof.
Jij kunt je uitgeven voor een muziekleraar.
Sa prof veut nous voir!
Haar juf wil ons uiteraard spreken!
Seymour, votre nouveau prof est.
Seymour, jouw nieuwe leerkracht is.
Tu as ce que ma vieille prof.
Het probleem is, jij hebt wat mijn oude muziekleraar.
Je suis le prof de Matthew.
Ik ben Matthews juf.
C'est le bureau de Valérie Gaynor, le prof assassiné.
Dat is het bureau van de vermoorde leerkracht, Valerie Gaynor.
Si on les mettait dans le café de la prof?
We doen ze morgen in de koffie van de juf?
Tu te souviens comment on s'est fait le prof?
Weet je nog hoe we die leerkracht hebben aangepakt?
Plutôt sympa la piaule, pour une prof et un musicien.
Een mooi stulpje voor een leerkracht en muzikant.
T'as invité la prof de Louise?
Je hebt Louises juf uitgevraagd?
Ça s'appelle être prof.
Dat noemen ze een leerkracht zijn.
Tu t'es appuyé dessus et tu as accusé le prof.
Je leunde erop en gaf de leerkracht de schuld.
Tu penses que la prof va ressembler à quoi cette année?
Hoe denk je dat de leraren er dit jaar uitzien?
Ma prof a été cruelle.
M'n docente was gemeen tegen me.
Uitslagen: 1165, Tijd: 0.102

Top woordenboek queries

Frans - Nederlands