RIAIT - vertaling in Nederlands

• lachte
• lachten
• lachen

Voorbeelden van het gebruik van Riait in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands

Ils remuaient quand elle riait.
Ze schudde ermee terwijl ze lachtte.

Schwend ne riait pas.
Schwend niet lachte.

C'était Shri Krishna Lui-même qui riait de lui.
Het was Shri Krishna zelf, die hem uitlachte.

Quand elle riait, c'était incroyable.
Ze had zo'n heerlijke lach.

On riait des mêmes choses.
We vonden dezelfde dingen grappig.

quand il perdait, il riait et semblait s'amuser autant que s'il avait gagné.
als hij verloor, lachte hij en leek hij net zo veel plezier te hebben als had hij gewonnen.

Le tonnerre grondait lorsqu'elle riait, ses yeux rouges
Donder bulderde als ze lachte, haar ogen rood als vlammen… met een

On riait et jouait, mais quelqu'un l'a enlevé C'était mon vieux pote de 10 giga hertz. Mon ami robot.
We lachten en speelden maar iemand heeft hem me ontnomen hij was m'n maatje van tien gigahertz m'n robotvriendje.

Une fois que je savais qu'il riait, cela m'a causé des ennuis avec les gens dans l'établissement
Als ik wist dat hij lachte, daarna, kreeg ik problemen met de heren op de afdeling, omdat ik van nature

Tu te perdais toujours et on riait car tu étais tout près de nos parents.
Jij verdwaalde steeds en we lachten omdat je steeds huilde, terwijl je maar een paar meter weg was van onze beide ouders.

j'entendais toute ma famille qui riait et criait de joie.
mijn hele familie hoorde lachen en schreeuwen.

La célébrité était gay, riait beaucoup et communiquait avec d'autres invités à l'aise.
De beroemdheid was gay, lachte veel en communiceerde met andere gasten op zijn gemak.

Un témoin oculaire a dit à Page Six couple« avait l"air heureux et riait beaucoup, puis à gauche tenant les mains à nouveau.
Een ooggetuige vertelde Pagina Zes van het paar “zagen er gelukkig en lachten veel, dan weer links, hand in hand.

Quand elle a vu les plats, elle riait, puis mon père a pris le collier, ma mère a été très surpris, elle ne pouvait pas dire un mot.
Toen ze zag de gerechten, ze lachte, toen mijn vader haalde de ketting, mijn moeder was zeer verrast, kon ze geen woord.

Elle riait à mes plaisanteries, aussi,
Ze lachte ook nog om mijn grappen,

chantait et riait.
zong en lachte.

Ouais. Merci. Ouais, il m'a semblé que tout le monde riait avec moi, alors.
Ja, bedankt… ik dacht dat iedereen met mij mee lachte, dus.

Je vous entendais dans sa voix quand elle riait.
ik hoorde je in haar stem als ze lachte.

Il sentait le foin et riait tout le temps.
roodborstjeseieren rook naar hooi en lachte altijd.

Il riait en disant« Qu'un évêque puisse dire cela des gens de son diocèse, c'est merveilleux!
Lachend zei hij:"Dat een bisschop zoiets kan zeggen van de mensen van zijn bisdom, dat is prachtig!