TIR - vertaling in Nederlands

• schot
• schieten
• schietpartij
• shot
• tir
• vuur
• shooting
• shooter
• afvuren
• schietbaan
• worp
• beschieting
• schootsafstand
• shoots
• schietwerk
• stoken
• schietsport

Voorbeelden van het gebruik van Tir in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands

Les résultats au tir de Morse sont revenus.
Morse's resultaten van de schietbaan.

Comptez une fois par année tir.
Nummer eens een jaar beschieting.

Ils seront bientôt à portée de tir.
We zijn bijna binnen schootsafstand.

Un tir difficile, votre excellence!
Een hele moeilijke worp, excellentie!

Je les verrai au stand de tir.
Ik zie ze wel op de schietbaan.

Tir avec une pubescence gustovoylochnym rouge.
Shoots met een rode gustovoylochnym puberteit.

Tu sera peut-être meilleur au tir, mais ici, je te bats.
Je zou beter kunnen worden op de schietbaan, maar ik heb je hier.

C'est un tir difficile.
Dat is een moeilijke worp.

Ils sont à portée de tir.
Ze komen zo binnen schootsafstand.

Bon tir Capitaine.
Goed schietwerk, Kapitein.

Tir forte, fortement nervuré.
Shoots sterk, sterk geribd.

Ça aboutit au stand de tir.
Dat komt uit op de schietbaan.

Tout va dépendre de ce tir.
Alles gaat om deze worp.

Nos vaisseaux seront bientôt à portée de tir.
Onze schepen zijn weldra binnen schootsafstand.

Il est spécialisé dans le tir à la carabine 10 et 50 mètres.
Hij treedt in de schietsport aan bij de 50 en 300 meter liggend kleinkalibergeweer.

Tir forte, mauvaise pentaédrique.
Shoots sterk, pentahedral verkeerd.

Très bon tir la nuit dernière.
Goed schietwerk gisteravond.

Soldats s'entraînant au tir.
Soldaten oefenen op de schietbaan.

Nous sommes à portée de tir.
We zijn binnen schootsafstand.

J'ai eu une mauvaise séance de tir.
Ik had een rotdag op de schietbaan.