UN PASTEUR - vertaling in Nederlands

• een dominee
• een pastor
• een predikant
• een pastoor
• een voorganger
• een priester
• een herder
• n dominee
• een prediker

Voorbeelden van het gebruik van Un pasteur in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands

Alors envoyez un pasteur.
Stuur een priester.

C'est un prêtre, un pasteur et un rabbin.
Een pastoor, een dominee en een rabbijn.

Je pense que tu es un pasteur extraordinaire.
Ik vind je nog steeds een fantastische predikant.

Vous avez fait chanter un pasteur.
Je hebt anders wel een pastoor gechanteerd.

Alors c'est un prêtre, un pasteur et un rabbin qui vont dans un phare.
Een pastoor, een dominee en een rabbijn gaan naar de markt.

Votre père était un pasteur?
Je vader was een predikant?

Où un pasteur a-t-il appris à tirer comme ça?
Waar heeft een dominee zo leren schieten?

Il est né à Rotterdam comme fils d'un pasteur.
Hij werd in Rotterdam geboren als zoon van een predikant.

Ce sont de vrais sermons, écrits par un pasteur.
Echte preken, geschreven door een predikant.

Un pasteur n'est pas astreint à la chasteté,- ma belle cousine.
Parson heeft niet langer een kuis leven, mijn mooi nichtje.

Tu as frappé un pasteur. Tu devrais être à Rikers.
Je hebt een minister geslagen, je hoort in de gevangenis.

Un pasteur doit être avec son peuple.
De pastoor moet erbij zijn.

Elle est fille d'un pasteur et d'une chanteuse d'église.
Ze was de dochter van een preker en zong in zijn kerk.

Pas seulement un Pasteur, mais deux Pasteurs Seniors!
Niet slechts één Pastor, maar twee Senior Pastors!

Et quelle partie du plan nécessitait de tabasser un pasteur?
En waarom was het nodig om een predikant in elkaar te slaan?

En faisant chanter un pasteur?
Door de pastoor te chanteren?

La fille d'un pasteur a disparu.
De dochter van een Quaker werd vermist.

Je suis la fille d'un pasteur.
Ik ben de dochter van een geestelijke.

Un pasteur, j'ai dit.
Ik zei predikant.

Je suis un pasteur.
Die zijn celibatair.