ÉÉN KEER - vertaling in Duits

einmal
eens
keer
eenmaal
één keer
zelfs
ooit
éénmaal
nog
vroeger
1 Mal
1 keer
één keer
1 maal
Rutsch
schuif
glij
glijd
keer
foto's
non-slip
gelukkig
Schlag
sla
klap
slag
voorstel
schok
stoot
mep
stel
punch
raak
einziges Mal
ersten mal
eerst
voorlopig
eenmaal
eerst maar eens
nog even
eerste keer
1-mal
1 keer
één keer
1 maal
erste mal
eerst
voorlopig
eenmaal
eerst maar eens
nog even
eerste keer
erstes mal
eerst
voorlopig
eenmaal
eerst maar eens
nog even
eerste keer

Voorbeelden van het gebruik van Één keer in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Slechts één keer heb ik van je gewonnen.
Nur ein einziges Mal habe ich gewonnen.
Nog één keer, lieve Plurken!
Noch einmal ins Gefecht, liebe Miesen. Zurück!
Doe eens één keer iets juist.
Mach doch 1 Mal was richtig.
Je hebt hem en de Sons in één keer.
Sie bekommen ihn und die Sons auf einen Schlag.
Nog één keer.
Einmal noch. -Einmal.
Bel één keer, twee keer..
Ich läute 1-mal, 2-mal.
We hebben één keer gedanst.
Wir waren nur ein Mal tanzen.
Voor één keer in m'n leven, ben ik trots op wat ik doe.
Ich bin zum ersten Mal stolz auf das, was ich tue.
Nancy wordt één keer geslagen… Waarom? Waarom?
Nancy wird einmal geschlagen… Warum? Warum?
Die hij één keer sprak, 30 jaar geleden.
Mit dem er vor 30 Jahren 1 Mal telefoniert hat.
Ze viel 's nachts aan en slachtte iedereen in één keer af.
Sie griff in der Nacht an. Sie fällte alle auf einen Schlag.
Op z'n minst één keer.
Wenigstens ein einziges Mal.
En het is niet alleen één keer. Het is mijn tandenborstel.
Es ist meine Zahnbürste, und es war nicht das erste Mal.
Noem me nog één keer een elf.
Nenn mich noch 1-mal einen Elfen.
Ik heb één keer gestolen.
Einmal habe ich gestohlen.
Ik hoorde het overslaan, maar één keer, en voor maar één seconde.
Ich hab es hüpfen gehört, aber nur ein Mal, nur eine Sekunde.
Omdat ik voor één keer een kind bij hem dat me respecteert.
Denn zum ersten Mal respektiert mich ein Kind.
Ik speel nog één keer.
Ich spiele es noch 1 Mal.
Maar je wordt maar één keer 16.
Man wird nur einmal 16.
Maar niet in één keer.
Aber nicht auf einen Schlag.
Uitslagen: 4404, Tijd: 0.0525

Één keer in verschillende talen

Woord voor woord vertaling

Top woordenboek queries

Nederlands - Duits