AFBETAALD - vertaling in Duits

• abbezahlt
• beglichen
• abgezahlt
• zurückgezahlt
• getilgt
• zurückbezahlt

Voorbeelden van het gebruik van Afbetaald in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

Carbino zei dat McCutchin z'n schuld volledig had afbetaald, plus rente. Hoezo?
Carbino sagte, McCutchin habe seine Schulden zurückbezahlt. Warum?

Totdat de schuld is afbetaald.
Bis die Schuld getilgt ist.

We hebben alle schulden afbetaald.
Wir haben alle Schulden zurückgezahlt.

We hebben de creditcard deze maand niet afbetaald.
Wir haben die Kreditkarte nicht abgezahlt.

Hierdoor worden vast veel schulden afbetaald.
Dann könnten viele Schulden beglichen werden.

Mijn garage afbetaald.
Meine Werkstatt abbezahlt.

McCutchin z'n schuld volledig had afbetaald, plus rente.
McCutchin die Schulden plus Zinsen zurückgezahlt hat.

Ik heb deze auto net afbetaald.
Ich hab' das Auto gerade abgezahlt.

Waarom niet?- Je hebt je schuld nog niet afbetaald.
Warum? -Sie haben Ihre Schulden nicht beglichen.

Als mijn schuld is afbetaald.
Wenn meine Schulden abbezahlt sind.

Tot de schuld is afbetaald.
Bis die Schuld beglichen ist.

Je hebt de lening voor de bus afbetaald.
Sie haben den Kredit für unseren Bus abbezahlt.

Ik ben bereid elke dag voor niets te werken tot alles is afbetaald.
Ich würde jeden Tag umsonst arbeiten, bis es abgezahlt ist.

Je schuld is afbetaald.
Ihre Schuld ist beglichen.

Z'n auto is niet afbetaald.
Sein Auto ist nicht abbezahlt.

Zo dus tegen het jaar 2157, Hebben de tweede afbetaald.
Also haben wir im Jahre 2157 die Zweite abgezahlt.

Ik belde om te zeggen dat schulden afbetaald moeten worden.
Ich rufe an, um zu sagen, dass Schulden beglichen werden müssen.

Volledig afbetaald.
Vollständig abbezahlt.

Mijn auto is afbetaald!
Mein Auto ist abgezahlt!

de schuld helemaal is afbetaald, sheriff.
die Schuld ganz beglichen ist, Marshall.