Voorbeelden van het gebruik van Arriveren in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
De shuttle kan elk moment arriveren.
Ze kunnen elk moment arriveren.
Het uitsterven van Mekosuchus ging samen met het arriveren van de mens op het eiland.
Mam, je gasten arriveren.
Bauer zal zo arriveren.
Tot de koks morgen arriveren, moeten we zelf koken als we willen eten.
Gasten die per auto arriveren, kunnen hun voertuig verlaten in de parkeergarage tegen betaling.
Wij arriveren nu bij de aanlegplaats.
De Enterprise is klaar als wij arriveren.
Die binnen enkele dagen zullen arriveren.
Men zal al snel arriveren.
Binnen. De prinses kan ieder moment arriveren.
Zodra de donorteams arriveren, brengen we haar naar de OK.
Webb's versterkingen zullen wel of niet arriveren.
Wij arriveren in zo'n zeven uren.
U kunt op ieder gewenst tijdstip arriveren.
We hebben 30 minuten voordat de honden arriveren, bloeddorstig.
De eersten arriveren al.
Catherine, de andere agenten kunnen elk moment arriveren.
Het team kan elk moment arriveren.