ARRIVER - vertaling in Nederlands

• gebeuren
• komen
• overkomen
• bereiken
• er
• arriveren
• hier
• aankomst
• binnenkomen
• geschieden
• eraan
• te geraken
• kan

Voorbeelden van het gebruik van Arriver in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands

Et si je ne pouvais pas y arriver?
Wat als ik er niet mee door kan?

Nous avons voyagé pendant un mois et demi avant d'arriver en Grèce.
Het heeft ons een maand en een half gekost om in Griekenland te geraken.

Il va arriver. N'est-ce pas maman?
Hij zal hier zijn, nietwaar mam?

Les pompiers vont arriver.
De brandweer komt eraan.

Mrs. Sibley, je ne vous ai pas entendu arriver.
Mevrouw Sibley. Ik hoorde u niet binnenkomen.

Je ne suis pas sûre d'y arriver.
Ik weet niet of dat wel kan.

Mais, il n'essaye pas d'y arriver.
Toch probeerde hij er niet te geraken.

Mes ingénieurs doivent arriver vendredi, dans 3 jours.
Mijn ingenieurs zullen hier op vrijdag aanwezig zijn. Binnen drie dagen.

Les services sociaux vont arriver.
De sociale dienst komt eraan.

Je sais, je vous ai vu arriver.
Ik weet het, ik zag je binnenkomen.

Heather va arriver d'une seconde à l'autre.
Heather kan elk moment terug komen.

Il aurait dû arriver depuis longtemps.
Hij had hier allang moeten zijn.

Notre avion va arriver.
Ons vliegtuig komt eraan.

On devait arriver en conquistadors, pas à pied comme des cons.
We zouden Chili als veroveraars binnenkomen, niet als sukkels.

ne pas arriver à dormir.
hij gespannen is en niet kan slapen.

Je ne pense pas que cette ambulance va arriver à temps.
Ik geloof niet dat de ambulance hier op tijd zal zijn.

La police va arriver.
De politie komt eraan.

Je ne vous ai pas vu arriver.
Ik heb je niet zien binnenkomen.

Concentration Zed, Able va arriver d'un instant à l'autre.
Focus Zed, Able zal hier elk moment zijn.

Mon père va arriver.
M'n vader komt eraan.