Voorbeelden van het gebruik van Blauwe in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Mary, je man is aan de lijn. De blauwe.
Die blauwe is prachtig.
Drie blauwe en twee rode.
Blauwe hemel of zwart gat.
Blauwe kern: snel urine verspreiden.
Die met dat blauwe overhemd.
Nee, de blauwe zeker.
Blauwe ogen, haarkleur uit een flesje.
Niet die blauwe, die andere.
Blauwe schoolbus. Dat moet hem zijn.
Blauwe Magic', is een merknaam.
Ze heeft dezelfde blauwe ogen.
Laten we voor het groene, het blauwe en het crèmekleurige gaan.
Blauwe en rood in plaats van geel en koper.
Blauwe Vlinder.
Het blauwe is koud
Blauwe jeans. En mijn tandenstoker.
Waar zijn m'n blauwe sokken?
Blauwe vierdeurs sedan.
Mijn enorme blauwe hoofd! Nee!