Voorbeelden van het gebruik van Crash in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik wil over die crash praten.
Nee, we gaan samen naar de crash.
Mensen kunnen zo'n crash niet overleven.
Ik gok dat het een crash was.
Hij moest elk klein detail weten over onze crash.
De oorzaak van de crash is nog niet gekend.
Crash, zie je dit lieveheersbeestje?
echtscheiding, de crash.
Waar is de crash?
Ik wil nu praten over de crash.
We hadden bijna iets verloren in die crash.
Ik ben down, computer crash op sector 6.
Er zijn geen tekenen van een crash.
Als dit overlevers zijn van de crash in 1947… dan zitten ze al 71 jaar gevangen.
Ze moeten snel naar Durant's crash.
Goede vraag, Crash.
Nu, er was een moment net voor de crash.
Hoe denk je dat je de crash hebt overleefd?
Hij zocht mij daags na de crash thuis op.
De slachtoffers van de crash waren Pytor