Voorbeelden van het gebruik van Dapper te zijn in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Hij is te bang. Sms hem en zeg hem dapper te zijn.
Ze heeft me geleerd dapper te zijn.
Shaolin heeft me geleerd… om vastbesloten en dapper te zijn.
Je hoeft niet meer sterk, kalm of dapper te zijn.
Ik wil dat je probeert heel dapper te zijn.
En ik doe m'n best dapper te zijn.
Meer m'n vader, maar God gaf me de kracht om dapper te zijn.
En ik ga Liam helpen dapper te zijn.
Sms hem en zeg hem dapper te zijn.
Emmett leerde me om dapper te zijn.
Wie moedig is, hoeft niet dapper te zijn.
Je hoeft niet dapper te zijn.
Je hoeft niet meer dapper te zijn.
De truc om dapper te zijn, is om niet te dapper te zijn. En onthoud.
De truc om moedig zijn is niet al te dapper te zijn.
ziet dat ik probeer dapper te zijn, ook al is het best eng.
om me eraan te herinneren dapper te zijn.
Door dapper te zijn.
Om dapper te zijn.
Help me om dapper te zijn.