Voorbeelden van het gebruik van De auto in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Nee, maar hij zat in de auto.
Ik heb een treffer op de auto van het slachtoffer.
Geschikt voor de volgende auto met het systeem.
Elektrische uitrusting van de auto' s UAZ.
De auto stinkt naar rotte kaas.
Toot, breng de kinderen naar de auto.
jullie blijven in de auto met Reinecke naar het noorden.
Iedereen terug naar de auto.
Het vlaggeschipinitiatief"De intelligente auto" uitvoeren.
Niemand wast de auto of besproeit het gazon.
We moeten de auto dumpen.
Zet haar in de auto.
Ik blijf niet in de auto.
Zet POTUS in de auto.
Ze weten dat de auto gejat is.
We moeten de auto lozen.
Die van mij liggen in de auto.
We laten de baby niet in de auto.
Alan. We zien de auto.