Voorbeelden van het gebruik van Zet de auto in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Zet de auto uit.
Anatoly, zet de auto klaar.
Zet de auto uit.
Ja. Zet de auto niet uit bij de school.
Zoek de rest en zet de auto zo dichtbij mogelijk.
Zet de auto dichterbij.
Zet de auto in de vrachtwagen.
Zet de auto nu aan de kant!
Zet de auto in het ravijn… en maak dat je wegkomt.
Zet de auto in het pakhuis.
U pleegt de misdaad, zet de auto terug en u loopt terug.
Alan, zet de auto klaar.
Zet de auto neer.
Zet de auto stil. Stop!
Bestuurder, zet de auto uit en steek beide handen uit het raam.
Zet de auto in de rijstand.
Zet de auto nou neer!
Zet de auto aan de kant!
Dus zet de auto aan de kant, want anders stap ik uit terwijl we rijden.
Ik zet de auto weg.