Voorbeelden van het gebruik van De badge in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik dacht als groene ambassadeur moet ik de badge dienen.
De badge zegt te dienen en te beschermen!
Wat, de badge, jep, een wapen vergunning is niet genoeg?
En de badge kan worden vervalst.
De badge strandde in zijn kamer.
Geef me de badge en… Wat ik al vermoedde!
Zie je de badge, teef?
De badge, bedoel ik.
Ik heb de badge van mijn vader.
Mag ik de badge zien?
Ik herkende de badge niet.
De badge gaat weg.
Ik denk dat de badge en het pistool je paranoïde maakten, Ellie.
De badge werkt niet.
Leg de badge op.
Raylan, hij heeft de badge, het accent, de blik
Ik heb de badge.
Weet je nog wat er op de badge stond?
Dat staat zelfs niet op de badge.
Verschuil je niet achter de badge.