DE ECHTGENOOT - vertaling in Duits

• Ehemann
• Mann
• Ehegatte
• Ehepartner
• der Gatte
• Ehegatten

Voorbeelden van het gebruik van De echtgenoot in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

Ik ben Eric, de echtgenoot van Talia.
Ich bin Eric.- Talias Ehemann.

De buurvrouw had het nummer van de echtgenoot.
Die Nachbarin gab uns auch die Handynummer vom Ehemann.

Blue, we arresteren de echtgenoot.
Wir werden ihren Mann verhaften. Blue?

Ja, hij is de echtgenoot, verdomme.
Ja, er ist verdammt nochmal ihr Mann.

Ik ben Hank, de echtgenoot van Lumir.
Ich bin Hank, Lumirs Ehemann.

Mike Applebee heeft een motief als de jaloerse echtgenoot.
Mike Applebee hat ein Motiv als eifersüchtiger Mann.

Een simpel ingrediënt. Daar gaan we, de perfecte echtgenoot komt eraan.
Hier gehen wir, perfekter Ehemann kommt. Eine einfache Zutat.

Jij bent de echtgenoot.
Sie sind ihr Mann.

Hij wordt aangeklaagd door de gekwetste echtgenoot.
Und dieser Pfarrer wird vom verletzten Ehemann verklagt.

Ja, ik ben de echtgenoot.
Ja, ich bin ihr Mann.

Amazing Amy en de Nederige Echtgenoot.
Amazing Amy und der Erniedrigte Ehemann.

Dit is Sam, de echtgenoot van Dana.
Das ist Sam, Danas Ehemann.

Blue, we arresteren de echtgenoot.
Blue? Wir werden ihren Mann verhaften.

De echtgenoot of vriend?
Mann oder Freund?

De echtgenoot of de vriend?
Mann oder Freund?

Dat is geen werk voor de echtgenoot.
Das ist keine Arbeit für Ehemänner.

Finch, zie je de echtgenoot nog steeds?
Finch, sehen Sie den Ehemann noch?

Met de echtgenoot.
Mit dem Ehemann.

De echtgenoot, misschien?
Den Ehemann vielleicht?

De echtgenoot kwam om drie uur thuis.
Ihr Mann kam gegen 3 Uhr früh nach Haus und ging schlafen.