Voorbeelden van het gebruik van Die vraag in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Frank, wat betreft die vraag.
Ik geloof niet dat er op die vraag een eenvoudig antwoord is.
Hou eens op met die vraag.
Alleen jij kunt die vraag beantwoorden.
We kunnen het antwoord op die vraag vinden.
Alleen God kan die vraag beantwoorden.
In samenhang met Agenda 2000 hebben wij ons die vraag niet gesteld.
Je weet het antwoord op die vraag.
Ik weet dat je die vraag haat.
Ze verdienen een antwoord op die vraag.
En wat zijn de kansen dat hij die vraag zal stellen?
Nee, ik beantwoord die vraag niet.
Natuurlijk niet, maar… een agent gaat je die vraag stellen.
Interessant, die vraag kan ook nog niet beantwoord worden.
Is die vraag moeilijk?
Die vraag zou ik zelf boven alles beantwoord willen hebben.
Die vraag kan beantwoorden. Ik geloof dat alleen Mr. Cogburn.
Ik weiger die vraag te beantwoorden.
Stel altijd die vraag.
Die vraag zal me achtervolgen in m'n graf.