Voorbeelden van het gebruik van Dikzak in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik wil die dikzak in zijn buik schieten.
En die dikzak Georgie Cornell die met hem omgaat.
Ik praat tegen je, dikzak.
Noem me geen dikzak.
Hou dan op met het drinken van al die Double Dew, dikzak!
Want dik zijn is niet fijn. Ik ben blij dat ik geen dikzak ben.
Dikzak, ik denk dat we klaar zijn.
Dikzak, hou je rustig
Opzij, dikzak. Hier komen we.
Woorden kunnen pijn doen, dikzak.
Waarom trouw je met die rooie dikzak?
En je bent geen dikzak.
Ziplinen was jouw idee, dikzak!
Je had moeten schieten, dikzak.
En daarom ben ik blij dat ik geen dikzak ben.
Dat is Dikzak, verdomme!
Ik ben een dikzak en een loser.
Dikzak, wat is er gebeurd?
Niet bewegen, dikzak!
Laat dat eten staan, dikzak.