Voorbeelden van het gebruik van Duel in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Een duel tussen Kruse en Birgitte?
Een dodelijk duel tussen goed en kwaad.
Aan de slag met Duel 5 Casino!
Nu hoort het duel te komen.
En hoe zit het met dat duel met Shiki? Wat gênant?
Dit is een duel.
In dit duel werd hij na een half uur gewisseld.
Het idee van een duel is om te vechten met eer en statigheid.
Een proces door middel van een duel tussen gedaagde en eiser.
Het was een duel.
Bedoel je een duel?
Wil je een duel?
Messieurs, mag ik u eraan herinneren dat dit un duel à la mort is.
Het duel tussen beide clubs wordt De Noord-Limburgse derby genoemd.
Het duel eindigde in een 1-2 overwinning voor de Oost-Duitsers.
Hij brak de regels van het duel, en beledigde zo de goden!
Daarom dacht hij dat hij zich voorbereidde op een duel.
De Koude Oorlog is ook een duel.
Iedereen wil jullie duel zien.
De zes winnaars van elk duel gaan door.