Voorbeelden van het gebruik van Duel in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Mijn eigen broer heeft me ooit uitgedaagd voor een duel.
Ik heb ooit iemand gedood, na een duel.
Op twintigjarige leeftijd overleed hij aan de gevolgen van een duel.
Ongeveer 500 toeschouwers waren aanwezig bij dit duel.
Zij won en mocht zich opnieuw opmaken voor een duel tegen Daniela Hantuchová.
Later zocht Yoshi hem op en nam wraak door Mashimi te verslaan in een duel.
Van Basten was tijdens het duel drie keer trefzeker geweest.
dagen Li Kung uit tot een duel.
En volwassenen oom vochten een duel en geënsceneerde steekspel.
Het was de eerste overwinning van Harvick in een gebeurtenis duel.
Een groot duel.
Heeft dit te maken met dat duel?
Foy uitgedaagd voor een duel.
Je vermoord niet iemand… in een gewoon duel.
Wilt u me uitdagen voor een duel?
Donna, geen duel.
De twee paladijnen duel, en ze zou zeker gedood elkaar als ze niet hadden
Het tweede duel was op 15 maart 1909, opnieuw in New York
Dat duel, bijgewoond door 15.000 toeschouwers, eindigde in een verrassend 0-0 gelijkspel.
daagt James uit tot een duel om Mareanie terug te winnen.