Voorbeelden van het gebruik van Een tic in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Gast, je hebt een Tic Tac nodig.
Volgens mij is dat een tic.
Het is een tic.
Hij heeft een tic.
Jij hebt ook een tic.
Hier, limonade met een tic.
Hij heeft alleen een tic.
Maar wel met een tic.
Hoi.- Koffie met een tic?
langs je buik… neem een Tic Tac, de wereld rond en jazzvoeten.
Je hebt niets. -Nee, ik heb koppijn en een tic omdat ik al 37 uur Waar is Waldo zit te spelen.
Ik zou mijn vader ruilen voor een Tic Tac, maar dat is mijn vader,
Beoordeling van de gezondheidszorg: een tic is een plotselinge,
Ik zou mijn vader ruilen voor een Tic Tac, maar dat is mijn vader,
dat is speed, en dit is een Tic Tac, en.
Maar omdat ik een dokter ben, weet ik dat het waarschijnlijk een onvrijwillige tic of scheet was.
Ik… Maar… Zij… Dat is niet eens het ergste… Ik wilde een Tic Tac pakken en hij sprong op mijn rug.
Iedereen heeft wel een tic.