Voorbeelden van het gebruik van Fluisterde in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ga niet weg', fluisterde ze.
Na de seks fluisterde ze.
Zodra we oogcontact hadden, fluisterde hij.
Ga alsjeblieft niet weg, fluisterde ze.
Fluisterde hij in bed.
Fluisterde ik naar de robot: Ik ben het rijden.
Fluisterde: Deze vrouw heeft slaapproblemen. Henry kwam vanuit het hemelse licht.
Fluisterde ik altijd,'Behalve één.
Fluisterde ik in zijn oor om hem wakker te maken?
Corky, oude top!'Fluisterde ik vaag.
Hoe het is nog steeds!" Fluisterde ze.
Ik fluisterde het, toen niemand het hoorde.
Wat fluisterde hij? Hij fluisterde? .
Ze fluisterde:'Ze zullen altijd bij je zijn.
Men fluisterde me toe dat hij verborgen werd gehouden… in deze stad.
Ik leunde voorover en fluisterde het geheim in z'n oor.
Laura kuste me en fluisterde de naam van de moordenaar in m'n oor.
Wat fluisterde hij in haar oor?
Het enige wat ik nog niet, fluisterde uw ogen, is uw naam?
Je fluisterde: Niet kijken, Nina Simone staat achter je.