Voorbeelden van het gebruik van Fluisterde in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Hij fluisterde m'n naam.
En toen fluisterde ze tegen me" Wees niet beschaamd.
Ze fluisterde," Wees gewoon eerlijk.
De kerel uit Wit-Rusland fluisterde… de woorden pill-naja-bura.
M'n oma fluisterde dit recept in m'n oor op haar sterfbed.
Wat fluisterde Walter je toe voordat we het schip betraden?
Je fluisterde iets tegen dat winderige kaasmeisje.
Wat fluisterde vader naar je?
Hij fluisterde," je hebt je niet gedragen.
Toen we afscheid namen, fluisterde hij op een waarschuwende toon.
Ik fluisterde:" Ik ben te jong.
Ze fluisterde me toe dat ze honger had.
Ze fluisterde iets tegen mij.
Ze fluisterde:' Ze zullen altijd bij je zijn.
Ik fluisterde dat goede nieuws.
Dichtbij en fluisterde met een glimlach.
Hij fluisterde in mijn oor.
En ik fluisterde terug. Ik zei dat.
Iedereen fluisterde dat ik Madison vermoord had.
Wat fluisterde Gibbs in zijn oor?