Voorbeelden van het gebruik van Franse in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Het was eigenlijk een vrouw. Een Franse.
Het is Franse uiendip.
Waarom neemt u dan geen Franse naam?
Franse deuren tussen eetkamer
Franse mannen zijn niet makkelijk.
Ik ben van Franse komaf en mijn moeder heeft een mooie huid.
Montpellier is verbonden aan de meeste grote Franse steden door middel van de TGV Méditerranée.
Vijf miljoen Franse en Spaanse troepen stonden klaar op het continent.
Vrij snel volgden opdrachten voor de bouw van Franse en Russische oorlogsschepen.
U weet wel, Franse kaas.
Natuurlijk. Maar je bent geen Franse.
Le Bic. Een Franse.
Franse tegelgarage, tuin met klimdak,
Ik heb Franse worst gekocht.
Mijn Franse koper is wat ongeduldig.
Franse troepen keren naar huis terug.
Russische, Franse, Britse, Israëliërs.
De basiliek staat ook op de lijst van Franse historische monumenten.
Ik heb zijn Franse werkpapieren ook.
Zij is een Franse.