Voorbeelden van het gebruik van Frederik in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
In 1733 bracht de Pruisische koning Frederik Willem I een bezoek aan de stad.
Frederik zegt geen woord tegen me.
De nieuwe drummer werd Frederik Ehmke.
Frederik van Eeden.
Wat doet Frederik als dit niet afgesloten wordt?
Wist je ervan? Prins Frederik is 16 en ongeletterd?
Willem Frederik Hermans.
Frederik denkt dat ik ervan wist.- Nee.
Volgens Jacob hadden u en zijn vader ruzie voor Frederik stierf.
Ik ben Frederik de Grote niet.
Waar zijn Frederik en Emil?
Prins Frederik is enorm trots op zijn relikwieën.
Hello. Dit is Frederik, mijn broer.
Waarom wist Prins Frederik niets van je brief aan Albert van Mainz?
Het is voorbij, Frederik.
De spoorweg in Berlijn werd in 1892 naar Frederik vernoemd.
Ik moest het Frederik vertellen.
Hij werd opgevolgd door zijn kleinzoon Leopold IV Frederik.
Ik had ruzie met Frederik.
Meijer, Frederik.