Voorbeelden van het gebruik van Gebrandmerkt in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Gebrandmerkt en met diepe littekens, raadselachtig.
Gebrandmerkt met letters.
Dus werd ik verstoten. Gebrandmerkt als verrader.
Hij was gebrandmerkt met een gloeiend brandijzer.
Plotseling, gebrandmerkt een game-speler werd de ultieme belediging.
Ik denk erover om mensen te zeggen dat ik gebrandmerkt ben.
Je hebt hem toch gebrandmerkt?
en mijn vrienden gebrandmerkt worden als communisten?
Hij heeft je gebrandmerkt?
U wordt niet gebrandmerkt, prinses.
zie ik iemand, die door de dood gebrandmerkt is.
Hij heeft haar gebrandmerkt.
Een geest heeft me gebrandmerkt.
God heeft haar gebrandmerkt.
T Is zinloos. Ik ben gebrandmerkt.
Vanaf hoeveel doden is een naam voor altijd gebrandmerkt?
Waarom heeft dat wezen me gebrandmerkt?
Je broer? Die is gebrandmerkt.
Wanneer ik naar je kijk, zie ik iemand, die door de dood gebrandmerkt is.
Jullie staan allemaal op de lijst van Nicky, gebrandmerkt voor het leven.