Voorbeelden van het gebruik van Geef dit in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Geef dit aan de mensen van Locksley.
Geef dit aan je meisje.
Geef dit aan Simmons.
Ik geef dit niet door aan Lily.
En… Geef dit aan de wachter als u dorst krijgt.
Geef dit aan je ingenieur als je team contact maakt. Dank je.
Scotty, baby, geef dit aan Crash.
Ik geef dit eerst terug.
Geef dit door.
Hier. Geef dit aan mijn vrouw.
Mijn zoon. Ga naar Norfolk en geef dit aan John Dudley.
Lk geef dit door aan de Fransen.
Geef dit aan uw echtgenoot.
Geef dit aan z'n advocaat.
Ik geef dit wel aan Höllerer door.
Geef dit maar aan de mieren!
Geef dit aan de man die de Ier doodt.
Ik geef dit terug aan hem.
Geef dit aan de heler.
Geef dit aan m'n moeder.