GEEF DIT - vertaling in Duits

gib das
geven
krijg
heb
bring das
brengen ze
nemen ze mee
verabreichen sie dieses
gebt das
geven
krijg
heb
gebe das
geven
krijg
heb
vermache diesem
leite das
verschenken sie dieses

Voorbeelden van het gebruik van Geef dit in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Geef dit aan de mensen van Locksley.
Gebt das den Menschen aus Locksley.
Geef dit aan je meisje.
Gib das deinem Mädchen.
Geef dit aan Simmons.
Bring das zu Simmons.
Ik geef dit niet door aan Lily.
Ich gebe das nicht an Lily weiter.
En… Geef dit aan de wachter als u dorst krijgt.
Gebt das dem Wächter, wenn Ihr Durst bekommt.
Geef dit aan je ingenieur als je team contact maakt. Dank je.
Danke. Gib das deinem Ingenieur, wenn dein Team Kontakt aufnimmt.
Scotty, baby, geef dit aan Crash.
Scotty, bring das zu Crash.
Ik geef dit eerst terug.
Ich gebe das ab und dann komme ich.
Geef dit door.
Gebt das mal rum.
Hier. Geef dit aan mijn vrouw.
Hier. Hier. Gib das meiner Frau.
Mijn zoon. Ga naar Norfolk en geef dit aan John Dudley.
Mein Sohn. Reite nach Norfolk und bring das zu John Dudley.
Lk geef dit door aan de Fransen.
Ich gebe das an die Franzosen weiter.
Geef dit aan uw echtgenoot.
Gebt das Eurem Gemahl.
Geef dit aan z'n advocaat.
Gib das seinem Anwalt.
Ik geef dit wel aan Höllerer door.
Ich gebe das dem Höllerer durch.
Geef dit maar aan de mieren!
Gebt das den Ameisen!
Geef dit aan de man die de Ier doodt.
Gib das dem Mann, der den Iren tötet.
Ik geef dit terug aan hem.
Ich gebe das zurück.
Geef dit aan de heler.
Gebt das dem Hehler.
Geef dit aan m'n moeder.
Gib das meiner Mom.
Uitslagen: 245, Tijd: 0.0497

Woord voor woord vertaling

Top woordenboek queries

Nederlands - Duits