Voorbeelden van het gebruik van Geef in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Geef me een mooie dag
En geef me geen schuldgevoel.
Geef Cash de mogelijkheid om ergens warm en zonnig op te groeien.
Schat, geef hem iets te drinken.
Geef hem aan hem!
Geef me mijn mobiel, Alain.
Geef me je bevelen.
Geef me een wapen.
Geef me één reden waarom ik je zou moeten vergeven.
Ik geef je mijn leven en mijn dood.
Ik geef je een knuffel. Knuffel nodig?
Ik geef je bruine ogen.
Geef haar een ampul D50.
Geef me de"U"! Daar! De"U"!
Geef ons de man die onze agenten vermoordde… dan kunnen we het over je toekomst hebben.
Nee. Ik geef je de kans iets te bouwen.
Ln lsraël geef ik de bevelen.
Geef me één goede reden,
Vertel Amy, Ik geef haar de dagen. jouw Amy.
Ik geef je een nieuwe.