Voorbeelden van het gebruik van Geef in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Geef het geld terug, nu.
Geef het vlees, geeft me het zout".
Geef de mensen gewoon hun geld terug.
Geef het zout.".
Alsjeblieft, geef de 1.000 ryo terug.
Bo, geef de zaklamp.
Geef je badge af.
Geef de sleutel van die boeien.
Geef uw straal dus zijn historische elegantie terug.
Geef de camera.
Geef me mijn geld terug.
Geef Danny maar.
Geef uw huid haar jeugdigheid teruggeven.
Geef de schaar.
Geef me mijn camera terug.
Geef Kit.
Geef de peterselie 's.
Dana, alsjeblieft, geef dat varkensvlees eens door.
Ja, geef Gretchen.
Volgens mij… geef ik meer om je dan ik zelf wil toegeven.