Voorbeelden van het gebruik van Geloofd in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Lndianen hadden Ab of mij nooit geloofd.
Jij geloofd deze theedrinker?
Je geloofd dat toch niet.
Als niet geloofd dat je gaat winnen.
Ik heb hem nooit geloofd.
Papa? Je geloofd me ook niet hé?
Niemand geloofd me.
Ik weet dat je dat geloofd.
Ik heb Hem altijd geloofd.
Je geloofd die nonsens toch niet.
Ja, hij geloofd echt in ons.
Ik weet dat je mij niet geloofd.
Ik heb mijn hele leven geloofd.
Je geloofd niet in God.
Normaal gesproken wordt Sparrows informatie niet geloofd en afgeschreven.
Man beloofd te stoppen… Zijn vrouw geloofd hem.
Kate, we hebben hem allemaal geloofd.
Je geloofd toch niet echt dat hij van jou hield?
Dat komt omdat je mij niet geloofd.
Als ik de waarheid zeg, geloofd niemand me.