Voorbeelden van het gebruik van Het ambt in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Dat was m'n droombaan. En toen het ambt van OvJ van het Southern District vrijkwam.
twee internationale experts- -achtten dat ik geschikt was voor het ambt.
Dat ik getrouw het ambt.
Hendrik van Kalden bekleedde onder keizer Hendrik VI vanaf 1191 het ambt van Rijkshofmaarschalk.
In 1888 was hij zonder succes kandidaat voor het ambt van gouverneur.
Hij stierf in het ambt.
Na de oorlog keerde hij terug in het ambt.
En dat ze van mij meer in het ambt kunnen verwachten.
Dit was nadat ze hem uit het ambt hadden gegooid.
Ik hoop dat jullie mij zullen overwegen voor het ambt van rechter.
Derhalve leg ik morgenmiddag om twaalf uur het ambt van president neer.
je Winn niet mag, maar het ambt heeft haar veranderd.
Het ambt of je verlangen ernaar?
Door politiek geharrewar bleef zijn voorganger echter in het ambt en werd hij niet tot bisschop gewijd.
In 1256 trad hij uit het ambt van Grootmeester terug en behield in 1264 de commanderij Regensburg als rustplaats.
Zijn opvolger in het ambt, districtsapostel Rainer Storck,
zweer plechtig dat ik het ambt trouw zal uitvoeren, zo helpe mij God.
Op 11 december 1950 werd het bouwwerk ingewijd en door zijn opvolger in het ambt gezegend.
In 642 sloot hij een alliantie met de Bourgondische hofmeier Flaochad waarin ze elkaar in het ambt bevestigden.