Voorbeelden van het gebruik van Het café in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
naar de bingo of naar het café.
Dat deed algauw de ronde in het café.
Zij zou goed zijn voor het café.
Houd ze weg van het café.
Je hebt dit in het café laten liggen.
Hij gaat naar het café.
Hij is er niet. Hij zit in het café tegenover de kerk.
Hij draaide zich om en keek naar het café.
Weet ik niet. Het café?
gaan terug naar het café.
Wacht in het café.
Hallo, met Ivan's Fish Schack… het leukste café in Southport aan de waterkant.
Dan had U me herkent in het café in Nîmes.
Ik dacht dat ik 'm afgeschud had bij het café.
Ik was in het café.
Ik ruik het café.
Dacht dat ik haar zou vinden in het café van papa.
Hij daagde nooit op bij het café.
We kunnen ook in het café kijken?
Ik ben in het café.