Voorbeelden van het gebruik van Je assistent in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik kan je assistent zijn.
Waarom niet? Ik ben je assistent.
Ik ben misschien je assistent niet, maar wel je vader.
Weet ik, ik ben je assistent.
Ik ben je assistent niet. Ik ben de IT gast niet.
Ik wil dat je je assistent belt.
Waar is je assistent?
Weet ik, ik ben je assistent.
Je assistent is een speedster?-Dat klopt?
Ik was zo blij toen je assistent belde.
Je assistent heeft me verteld dat Trish hier is.
Ik ben je assistent niet.
Je assistent op twaalf uur.
En dat ik niet je assistent ben.
Waar is je assistent?
Vóór vrijdag? Dan wint je assistent.
Als je er niet over op wilt houden… Je assistent heeft een oogje op me, Oké.
Je assistent heeft je hem waarschijnlijk niet gegeven.
Je assistent die er niet is? Kabaka is allergisch?
Ik ben je assistent. Maar je. .