Voorbeelden van het gebruik van Joint in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Geef me die joint.
Ik hou het meestal bij een joint.
Dit is het opperbevel van het Joint Command Center.
Heb jij een joint?
Het transporteren van een reeds gedraaide joint kan best een uitdaging zijn.
Laten we een joint roken!
Zeven jaar zonder een joint. Pike.
De revolutionaire Saverette dooft en bewaard je joint wanneer je rookgenot wordt onderbroken.
Een andere zender en een joint.
Het soort gast dat bij je is gaan zitten… en die jou een joint gaat aanbieden.
Er lag een peuk van een andere joint, net opgerookt.
Heeft ze een joint gerookt?
koffie en een joint?
Je moeder zegt dat er geen joint was.
Ik laat hem niet betalen voor een joint.
Misschien omdat dit geen joint is.
Ik ben je baas en je neemt 1 trek van'de joint.
Een joint.
Geen joint.
Waarom vond ik dan een joint in je kamer?