JOINT - vertaling in Frans

joint
gevoegd
afdichting
verbinding
pakking
gehecht
sluit
gezamenlijke
samengevoegd
zegel
verbonden
commun
gemeenschappelijk
gebruikelijk
onderling
gemeen
wederzijds
common
gemeenschappe
gangbaar
gezamenlijke
voorkomende
commune
gemeenschappelijk
gebruikelijk
onderling
gemeen
wederzijds
common
gemeenschappe
gangbaar
gezamenlijke
voorkomende
conjointe
echtgenoot
gezamenlijk
partner
echtgenote
e)
gemeenschappelijk
echtgenoot/echtgenote
vereende
huwelijkspartner
o)te
mixtes
gemengd
de gemengde
mixed
blended
het gemengd
gezamenlijke
coentreprise
joint venture
een joint
gemeenschappelijke onderneming
gezamenlijke onderneming
pétard
pistool
rotje
vuurwerk
wapen
joint
voetzoeker
stickie
vuurpijl
ce joint
communes
gemeenschappelijk
gebruikelijk
onderling
gemeen
wederzijds
common
gemeenschappe
gangbaar
gezamenlijke
voorkomende
joints
gevoegd
afdichting
verbinding
pakking
gehecht
sluit
gezamenlijke
samengevoegd
zegel
verbonden
mixte
gemengd
de gemengde
mixed
blended
het gemengd
gezamenlijke
conjoint
echtgenoot
gezamenlijk
partner
echtgenote
e)
gemeenschappelijk
echtgenoot/echtgenote
vereende
huwelijkspartner
o)te
conjointes
echtgenoot
gezamenlijk
partner
echtgenote
e)
gemeenschappelijk
echtgenoot/echtgenote
vereende
huwelijkspartner
o)te
communs
gemeenschappelijk
gebruikelijk
onderling
gemeen
wederzijds
common
gemeenschappe
gangbaar
gezamenlijke
voorkomende

Voorbeelden van het gebruik van Joint in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
Joint venture met Nedmag, Nederland.
Joint-venture avec Nedmag, Pays-Bas.
Je kunt me geen joint geven en dan een preek.
Tu peux pas me filer un joint et me sermonner après.
Wil je een joint?
Tu veux un joint?
Hillary Clinton, Jeanne d'Arc gebiedt u die joint te geven.
Hillary Clinton. Jeanne d'Arc vous ordonne de faire passer le joint.
Ik heb zelfs nog nooit een joint gerookt.
J'ai même jamais fumé de joint.
Maar goed, die joint is van mij.
Enfin bref, ouais… Le joint est à moi.
Dat is geen joint.
Ce n'est pas un joint.
ik hadden nooit een joint nodig.
on n'avait pas besoin de joint pour ça.
Hoe krijg je met zo'n kleine mond die joint zo nat?
Comment quelqu'un avec une si petite bouche peut autant mouiller un joint?
Hé, wil iemand een joint?
Hé, quelqu'un veut fumer un joint?
Het is een netjes gedraaide joint.
C'est un joint. Une fête ce soir?
Dan heb je zeker ook geen joint?
Je suppose que vous n'avez pas de joint non plus?
Je was wel erg afwerend toen ik je 'n joint aanbood.
Tu étais sur la défensive quand je t'ai offert un joint.
Mijn vrouw is geen joint die je doorgeeft.
Ma femme est pas un joint qu'on fait tourner.
Ik was op 'n feestje en iemand bood me 'n joint aan.
J'étais à une fête… on m'a proposé un joint.
Daarna wordt lijm aangebracht op verdere soepele en joint.
Par la suite, la colle est appliquée à d'autres lisses et des articulations.
Op het hoogtepunt van de tweede draad wordt gegoten laagje droge joint compound.
A la hauteur du second fil est versé couche de composé à joint sec.
Dit apparaat is dus eigenlijk een soort joint roller.
Ce dispositif est en fait une sorte de rouleuse à joint.
Heb je die hele joint gerookt?
Tu as fumé tout le joint?
En geen joint roken.
Et t'arrêtes pas pour fumer un joint.
Uitslagen: 566, Tijd: 0.0728

Top woordenboek queries

Nederlands - Frans