Voorbeelden van het gebruik van Jongeheer in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Jongeheer, heb jij kleine mensjes in je kamer gezien?
Jongeheer Davy, wacht!
M'n jongeheer.
In die tijd was ik alleen bezig met m'n jongeheer.
Samen. Goedenavond, jongeheer.
Hebt u een jongeheer?
Jongeheer Aethelwold. Het kind dat koning wil worden.
Jongeheer Thorsen. Hoe is de opleiding?
Jongeheer. Laat hem los!
Ik, jongeheer Copperfield?
En dan smeer je het op je jongeheer.
Wat is jouw naam, jongeheer?
Eigenlijk is ons dossier zo dik als mijn jongeheer.
De jongeheer zit in de cel.
Dus de jongeheer Corbin weet niets meer over het schepsel?
Jongeheer. Dat is zelfmoord!
Welkom, jongeheer Copperfield.
De Neil Armstrong van de jongeheer.
Je dossier is zo lang als mijn jongeheer.
Ze zullen de jongeheer geen haar krenken.