Voorbeelden van het gebruik van Laf in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ze zijn niet laf.
U laf varken, kom naar buiten! Clayton!
Was ik maar niet zo laf geweest.
Hij was opstandig en laf.
Ik ben m'n hele leven egoïstisch geweest, laf en oneerlijk.
Nu denken ze dat wij ook laf zijn.
Alleen om iedere soldaat bloot te stellen aan een laf en onwaardig lot.
Laf geweten.
is kwaadaardig, laf en dom.
Lightman noemde hem laf.
is moreel gezien laf.
Onze vaders zijn laf.
Het is niet laf om voor maar één ziel te vechten!
Ze waren laf.
sergeant Dunne laf is.
Komodovaranen zijn laf.
Is het laf om jezelf tegen vervolging te beschermen?
Jij laf Amerikaans zwijn.
Ik zei toch dat hij laf was.
Ik weet dat jij niet laf bent.