Voorbeelden van het gebruik van Motto in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Dat is mijn motto.
Meine Ehre heißt Treue(Nederlands: Mijn eer heet trouw) was het motto van de Schutzstaffel SS.
M'n moeder heeft een motto voor u gekozen.
Ons strategisch motto: gedecentraliseerd waar mogelijk,
Hun motto"kwaliteit boven kwantiteit" heeft ontvangen wereldwijde acceptatie.
Mijn motto zou zijn"Nooit gehaast zijn".
De Commissie heeft ook, onder het motto Voor verscheidenheid.
oud worden is het motto.
Austria. info: Heeft u een motto?
dat is jouw motto.
Is dat je motto voor vandaag of voor je hele leven?
Dat lijkt je motto wel.
Efficiëntie is ons motto.
Eerlijke verkoop is ons motto.
En wij houden ons aan dit motto.
Het is mijn motto.
We hebben een motto nodig.
En dat is dus Mr. Websters motto?
Het is het motto van de Tempeliers.
Was het motto van de stad.