Voorbeelden van het gebruik van Optimist in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Maar ik ben ook een optimist.
Lk was een optimist.
Dat ik 'n optimist ben.
U bent een optimist.
Je bent een optimist, Kal-El.
Ik was een optimist.
Jij bent altijd de optimist.
Hij is een optimist.
Ik ben dan wel een optimist, maar het blijft leuk om te horen.
De optimist. Maar we moeten haar vinden.
En ik ben een verdomde optimist.
Ik ben een verstokte optimist.
In tegenstelling tot jou, ben ik een optimist. En waarom?
Mijn eeuwige optimist.
Waarom ben jij zo'n optimist?
De mens, de eeuwige optimist, gaf de moed echter niet op.
Je bent zo'n optimist.
Sinds wanneer ben jij zo'n optimist?
Een optimist, hè?
Ik ben van nature een optimist, maar wel een voorzichtige optimist. .