Voorbeelden van het gebruik van Overleggen in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik moet met de zussen overleggen.
De verplichting tot het overleggen van een evaluatieverslag.
De Commissie zal bij deze herziening moeten overleggen met alle betrokken partijen.
We moeten overleggen.
We moeten het eerst overleggen.
Ik zei; niet overleggen, Dave. En toch hebben jullie allemaal gepraat.
Dan overleggen we wanneer we het brengen.
Ik moet overleggen met mijn team.
Ik zal met de koninklijke raad overleggen.
Je had met me moeten overleggen over Galán.
Ik moet met de baas overleggen.
Ik moet dit met m'n partners overleggen.
Overleggen van documenten: zie Notulen.
Ga je overleggen met de chef voor je in de problemen komt?
Ik zal overleggen met mijn cliënt.
Of ze overleggen of hun oude schip ons vlaggeschip aankan.
Ik ga overleggen met president Petrov.
Ik moet met m'n baas overleggen.
Daarom, wanneer de verslechtering van de gezondheid moet u overleggen met uw arts.
Ik zal met het team overleggen.