Voorbeelden van het gebruik van Papa is thuis in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Papa is thuis, Lodewijk.
Papa ist zu Hause, Louis.Mam, papa is thuis.
Mom, Dad ist zu Hause!Papa is thuis, jongens!
Daddy ist zuhause, Jungs!Papa is thuis, papa is thuis.
Papa ist zu Hause. Papa ist zu Hause.Moeten wij naar ze toe gaan en zeggen: Papa is thuis?
Wir sollen echt Diarree. Goed, papa is thuis.
Durchfall. Gut, Dad ist zu Hause.Papa is thuis. Hoi.
Hi. Daddy ist zuhause.Kijk, papa is thuis.
Schau, Daddy ist zu Hause.Hé, neem me niet kwalijk, je… Papa is thuis.
Sie haben hier… Hey, hallo. Papa ist zu Hause.Kijk, papa is thuis.
Schau, Daddy ist zuhause.Oké. Papa is thuis.
OK, OK. Hey, Daddy ist zu Hause.Wakker worden, papa is thuis.
Papa ist zu Hause. Aufwachen.Kijk, Hans, papa is thuis!
Schau mal, Hans, Papa ist zu Hause.Oké, wil je er nu heen en tegen die meiden zeggen:'Papa is thuis'?
Wir sollen echt Papa is thuis.
Papa ist zurück.Papa is thuis!
Daddy ist zurück!Papa is thuis.
Dad ist daheim.Papa is thuis.
Dad ist zurück.Goed, papa is thuis.
Gut. Dad ist da.
