Voorbeelden van het gebruik van Thuis in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
En thuis, met hem… Heb ik geen enkel idee.
Springfield stadium thuis van de isotopes ja.
Thuis, dat weet ik zeker.
Zu Hause, ich bin mir sicher.Er lijkt niemand thuis te zijn, baas.
zoekt hem bij mij thuis.
zingt ze: kom thuis.
Thuis/ de zorg van de huid/ Wat is een Cosmeceutical skin cream?
Ze is thuis, Henry.- Olivia?
Ik heb thuis drie{\i1}dhothi's.
Ich habe daheim drei{\i1}Dhothis.Ons thuis, onze familie, normaal leven.
Unsere Familien, Unsere Heimat, ein normales Leben.Thuis, of bij je vader in Gol?
Zu Hause, oder bei deinem Vater in Gol?Thuis, in de garage.
Zuhause in der Garage hatte ich.En 100 gram bij u thuis.
Und 100 Gramm in Ihrer Wohnung.Moeder is nog niet thuis.
Mutter ist noch nicht heim.Welkom thuis, baas.
Boss. Willkommen zu Haus.Thuis visitatie eindigt in spanking caning.
Home Heimsuchung endet in spanking das Flechtwerk.Terwijl de bolsjewieken thuis hun positie verstevigden.
Während die Bolschewisten sich daheim etablierten-.Welkom thuis, bij je familie.
Willkommen zu Hause bei deiner Familie.Hij zingt voor mij en mijn thuis.
Er singt für mich und meine Heimat.Ja, ik ben net thuis.
Ja, gerade heimgekommen.
